Portret van Gijs Padt

Gijs Padt - Een huisarts over het hospice

30 juni 2020

Gijs Padt is sinds 10 jaar huisarts in de Heemsteedse praktijk Troost/Crielaard/Padt. Hij wil ons graag iets vertellen over zijn ervaringen met ons Hospice. Vanwege de coronaregelgeving spreek ik hem via de telefoon.

Als arts-assistent interne geneeskunde wist Gijs al van het bestaan van de palliatief terminale zorg in Hospices. De eerste keer dat een patiënt van hem in een Hospice werd opgenomen, was toen hij zaalarts longgeneeskunde was. Ook als huisarts in opleiding in Amsterdam kreeg hij te maken met de hospicezorg.

Nu wijst Gijs enkele keren per jaar patiënten op de mogelijkheid van opname in ons Hospice Huis en op ondersteuning door onze vrijwilligers bij de patiënt thuis. Een paar keer per jaar wordt een patiënt van hem in het Hospice Huis opgenomen.

Vaak lijkt het of mensen er niet goed van op de hoogte zijn, dat het Hospice ook thuis ondersteuning kan ge- ven. Gijs is dat gelukkig wel en volgens hem weten de meeste huisartsen dat ook wel. Volgens hem komt het echter weinig voor, dat thuiszorgmedewerkers op deze mogelijkheid wijzen. Mogelijk zijn zij niet voldoende op de hoogte van wat een vrijwilliger in de thuissituatie kan toevoegen.

De tevredenheid van patienten is fijn om mee te maken

Het aantal van zes bedden in ons Hospice vindt Gijs voor zo’n groot gebied wel wat krap. Regelmatig komt het voor dat er geen bed beschikbaar is en dat weegt voor hem mee in het gevoel van toegankelijkheid. Er wonen veel ouderen in Zuid Kennemerland en er is daardoor relatief vaak vraag naar palliatief terminale zorg. Volgens hem zou een huis met 8 à 10 bedden toch minimaal nodig zijn.

Op mijn vraag hoe hij het Hospice Huis beleeft, zegt Gijs: ‘Ik vind het altijd een voorrecht als ik weer een periode wat vaker in het Hospice kom. De rustige en goede sfeer, collegialiteit en vooral de tevredenheid van patiënten is fijn om mee te maken. Ook de samenwerking met vrijwilligers en thuiszorg is tot nu toe altijd plezierig verlopen. Op die manier kunnen we proberen te zorgen voor een goed beleid bij een zeer kwetsbare patiëntengroep’.

Tot slot een mooi verhaal over wat Gijs meemaakte in ons Hospice. Een mevrouw op tamelijk hoge leeftijd kwam van de afdeling cardiologie in een ziekenhuis naar ons Hospice Huis met de prognose dat zij nog maar kort te leven zou hebben. Zij was heel kwetsbaar en ‘keek de dood in de ogen’. Maar wat schetste zijn verbazing: na een tijdje leefde mevrouw op. Ze kreeg weer een twinkeling in haar ogen en liet zich het eten goed smaken. Aan Gijs vertelde ze, dat ze het zo fijn vond dat ze niet als patiënt werd beschouwd maar als volwaardig mens. Ze werd met respect behandeld en heel goed verzorgd. Uiteindelijk knapte mevrouw op, ze zag weer perspectief buiten het Hospice en nu woont zij al weer maanden thuis. Toen zij het Hospice verliet moesten we haar wel beloven dat, als het te zijner tijd nodig zou zijn, ze weer in het Hospice terecht zou kunnen.

Anja Roelofs, PR-groep