Interview: afscheid van het hospice na 30 jaar als vrijwilliger ‘aan het bed’

4 april 2022

In gesprek met Thea van Wijk en Jan Willem Zwart. Na zo’n 30 jaar als vrijwilliger ‘aan het bed’ hebben ze beiden afscheid genomen van het Hospice.

Een terugblik. 

Thea is één van de eerste vrijwilligers van ons Hospice. Zij werkte 30 jaar als verpleegkundige in een verpleeghuis en merkte dat dat toch wel wat zwaar werd. En toen zag ze ergens in 1990 op de televisie een uitzending over de stichting Leendert Vriel, opgericht in 1980 om het voor iedereen mogelijk te maken thuis te sterven. Dát sprak haar aan. Ze meldde zich bij het net opgerichte Hospice in de Gierstraat en na een huisbezoek door de toenmalige coördinatoren, waarin werd rond gekeken of het er bij haar wel schoon en netjes was, kon ze aan de gang. Het liep toen nog geen storm met gasten, maar dat kwam later wel. 

Jan Willem was natuurkundig ingenieur, researcher, en kwam begin jaren negentig terug vanuit het buitenland. Omdat hij toen zonder baan was, meldde hij zich bij het Hospice: “kan ik vrijwilliger worden?” Hij had geen enkele ervaring met ‘de dood’, maar was zeer geïnteresseerd en kon al gauw met de opleiding beginnen. Jan Willem woont ’s zomers een half jaar in Frankrijk, maar zodra hij weer thuis was meldde hij zich en werd dan al gauw weer ingezet. 

Beide oudgedienden werken in de ‘buitenzorg’, bij de mensen thuis. 

Thea’s eerste thuisinzet in 1990 betrof een meisje van 21 jaar, van wie de vader 3 maanden eerder was overleden. Een heftige ervaring! Ze werd er door de coördinator naar toe gebracht, begrijpelijk, maar ook nog gebruikelijk toen. Zij combineerde het werk in de Hospice huizen met de buitenzorg. Vanaf 2013 wordt ze op haar verzoek alleen nog bij mensen thuis ingezet, omdat ze zich niet meer in een rooster wilde vastleggen. Voor Jan Willem werd het werken in het Hospice huis in 2002 te complex. Drie gasten verzorgen, koken, wassen, strijken; allemaal taken waar nu aparte teams voor zijn. Hij voelt zich het beste op zijn plaats in één-op-één situaties. Ze hebben heel wat meegemaakt in die 30 jaar. Heftige ervaringen. Wat is het dan belangrijk dat je je gesteund voelt door de coördinatie en je collega-vrijwilligers. Je wordt altijd na je eerste bezoek aan een nieuwe cliënt gebeld om te kunnen vertellen hoe het is gegaan. En als je ergens tegenaan loopt, kan je altijd bellen. En wat zijn dan die ‘teamevaluaties, één keer in de zes weken, waardevol. Alle teamleden krijgen dan de gelegenheid te vertellen over hun ervaringen. 

Jan Willem: ‘na een paar jaar dacht ik : nu weet ik het wel!, maar later kregen de gesprekken meer diepgang en groeide de empathie over en weer. Daardoor kregen de evaluaties meer waarde voor mij en voelde ik me veilig.’ 

En nu? Eigenlijk zijn ze een jaar geleden al officieel gestopt als vrijwilliger. Dus tijd te over, zou je zeggen. Thea: ‘ik ben dan wel gestopt, maar ik vind het geen probleem als ik gebeld word of ik ergens kan inspringen, hoor! Verder heb ik genoeg hobby’s: bridgen, tennissen, wandelen, reizen.’ En dat geldt ook voor Jan Willem. Hij is een boek aan het schrijven, en je raadt het al, over natuurkunde. Iets preciezer: over zwaartekracht, maar we wagen ons er niet aan dit nader toe te lichten. Hij is hier al 20 jaar mee bezig, maar hij nadert de eindstreep. 

Tot slot nog een uitsmijter van deze twee ervaren vrijwilligers: “Mensen mogen niet alléén dood gaan en we moeten ontluistering zien te voorkomen”. 

Pim Kik en Anne de Wit-Zuidema, PR-team